De wieg van Ingeborg Steehouwer stond in de Boerenstraat. Voor haar studie psychologie verhuisde ze naar Utrecht en bleef er een poos hangen, maar na twaalf jaar kwam ze toch weer terug naar haar geboorteplaats, waar ze nu met man en kinderen woont, en alweer een jaar of zes twee dagdelen per week taalcoach is voor anderstaligen.
Ze koos cognitieve functiestoornissen als haar studiespecialisatie. En toch zou Ingeborg Steehouwer (53) geen betaald werk verrichten, maar zette zich in voor vrijwilligerswerk en was fulltime moeder, waar ze van genoot. ,,Ik ben altijd blij geweest met die vrijheid, om te kunnen doen wat ik wil, omdat het financieel gezien niet noodzakelijk was dat ik een betaalde baan zou zoeken.” Haar zoon en dochters zijn nu 22, 20 en 17 jaar. ,,Toen ze jonger waren was ik voorleesmoeder op basisschool Samen Onderweg, en gaf zo nodig één-op-één ondersteuning aan sommige leerlingen.” Over haar eigen kinderen heeft ze zich nooit zorgen hoeven maken. ,,Ze kunnen alle drie goed leren, zijn georganiseerd en gedisciplineerd”, vertelt Ingeborg.
Uitgebreid koken
De kinderen van Ingeborg wonen allemaal nog thuis, en dat vindt ze heel gezellig. ,,De coronaperiode was in dat opzicht best een fijne tijd. Normaal gesproken zien mijn man en ik hen nauwelijks, want ze gaan natuurlijk hun eigen gang. Maar door de beperkende regels voor het sociale verkeer, waren we veel samen als gezin. Omdat er meer tijd was heb ik vaak uitgebreid gekookt en konden we lekker lang tafelen met elkaar.” Dat ze zelf haar tijd kan indelen geeft haar nu ook de gelegenheid er voor haar moeder te zijn. ,,Ze woont om de hoek en heeft meer ondersteuning nodig. Ik ben dankbaar dat ik flexibel genoeg ben om elke dag even bij haar langs te lopen.”
Waardevol werk
Ingeborg heeft altijd interesse gehad in de psyche van de mens, en houdt van taal. ,,Ik lees bijvoorbeeld heel graag, en zou me onze woonkamer dan ook niet zonder een grote boekenkast voor kunnen stellen. Wat ik nu doe ervaar ik als waardevol werk.” De taalleerders die ze begeleidt willen Nederlands leren spreken om beter te kunnen integreren. Ook zijn het bijvoorbeeld anderstalige ouders die vastlopen als ze hun kinderen die naar het middelbaar onderwijs gaan willen helpen. Wijzend naar een kleurrijk kwartet zegt Ingeborg: ,,Kijk, dit is speciaal ontwikkeld voor deze doelgroep. Er staan niet alleen plaatjes op, maar ook zinnetjes, zodat je meteen een begrip in de context kunt leren.” Ze laat de tekening van een spiegel uit het kwartet ‘ons huis’ zien, waar bij staat: ‘de spiegel hangt in de gang’, en zegt: ,,Zo heb je dus meteen een gespreksonderwerpje te pakken.”
Taalbegrip
Door het lesgeven aan mensen voor wie Nederlands een tweede taal is, neemt haar eigen taalbegrip ook toe, heeft Ingeborg ervaren. ,,Dingen die ik als vanzelfsprekend beschouw en automatisch gebruik, worden bevraagd, zodat ik daar ineens goed over na moet denken. Bijvoorbeeld wanneer we het woordje ‘er’ gebruiken. Ik kom niet uit het onderwijs, dus dat moet ik dan even uitzoeken omdat ik het goed uit wil leggen.” De klemtoon geeft ook vaak verwarring, of het letterlijk nemen van een woord of begrip. Bij het Taalpunt kan de taalleerder zijn of haar taalvraag aangeven en wordt vervolgens aan een taalvrijwilliger gekoppeld, die verschillende methodes tot zijn of haar beschikking heeft, afhankelijk van het niveau van de groep of de persoon in kwestie. Ingeborg begeleidt een groep, maar trekt ook op met een jonge vrouw die studeert voor het staatsexamen op NT2-B2 niveau. ,,We bespreken de vragen en antwoorden van oude examens met elkaar, en lezen krantenartikelen. Daar krijgen we allebei energie van.”
Vriendschappen
Er zit nog een andere boeiende kant aan het lesgeven aan anderstaligen, zegt Ingeborg. ,,En passant leer ik het een en ander over culturen uit de landen van herkomst zoals China, Nepal, Syrië, Afghanistan, Somalië, Oekraïne, Turkije, Marokko, en Estland.” De taalleerders vertellen over belangrijke bezienswaardigheden in hun land, of over een fenomeen zoals bijvoorbeeld de Trans Siberië Express. ,,Laatst bracht een cursist kruidenthee mee, om ons te laten proeven wat zij goede thee vindt. En ik krijg vaak lekkere hapjes mee naar huis, daar maak ik m’n kinderen ook blij mee.” Behalve aandacht voor taal, wordt veel aandacht besteed aan het sociale aspect. ,,Taal is heel belangrijk, vooral ook in de sociale interactie, waardoor mensen hun netwerk kunnen versterken”, vindt Ingeborg, en vervolgt: ,,Ik merk dat misverstanden meestal uit onwetendheid voortkomen, en niet uit onwil. We hebben elkaar nodig om elkaar te kunnen begrijpen. En daarvoor moet je elkaar goed leren kennen.” Er zijn dan ook echte vriendschappen ontstaan vanuit dit vrijwilligerswerk, vertelt ze stralend. ,,Je krijgt er zoveel voor terug.”
Wil je meer informatie over taalvrijwilliger worden? Kom op woensdagochtend tussen 10.00 en 12.00 uur naar het Taalpunt in de bibliotheek in Gorinchem.